Veertigjarige volleyballer Sander Kemperman denkt nog niet aan stoppen

‘Ik zou niet weten wat ik anders zou moeten doen’

Hollandscheveld – Hij wordt wel eens ‘de machine’ genoemd. Volleyballer Sander Kemperman uit Hollandscheveld werd onlangs veertig jaar, maar hij weet nog niet van ophouden. Hij speelt al elf jaar voor Olhaco en hij plakt er weer een seizoen aan vast, zodat hij komend seizoen opnieuw in de Topdivisie speelt. De onverwoestbaar lijkende diagonaalspeler, die net zo fit lijkt als twintig jaar geleden, gaat zijn 32ste volleybalseizoen in.

De puntenmachine van de kersverse Hoogeveense Topdivisionist toont zich al elf jaar een onmisbare schakel in het eerste herenteam van Olhaco. Met zijn snoeiharde services en mokerslagen als buitenaanvaller nam hij in veel wedstrijden een groot deel van de puntenproductie voor zijn rekening. Hij blijft bescheiden, maar hij sleepte niet zelden spannende sets op de valreep voor de ploeg binnen. Hij is nog topfit en oogst bij medespelers en tegenstanders bewondering vanwege het feit dat het hem nog steeds weinig moeite lijkt te kosten en dat hij na een slijtageslag van 2,5 uur nog net zo fit lijkt als voor het duel. Olhaco is dan ook erg blij dat de nestor van Heren 1 ook volgend seizoen weer in sporthal Trasselt te bewonderen valt. Op de vraag waarom hij doorgaat met volleybal klinkt het nuchter: ,,Waarom niet? Ik heb het naar mijn zin bij Olhaco,” zegt Kemperman. ,,Ik kan het nog steeds combineren met werk/privé, de sportieve uitdaging is er nog steeds. We hebben een fijn/gezellig team en hou het fysiek nog zonder noemenswaardige problemen vol. Spelen in een lager team is sowieso niet aan mij besteed, dan stop ik nog liever. Of het moet puur recreatief in een ‘vriendenteam’ zijn, dat zou ik nog wel eens willen als ik oud ben.” Veertig jaar wordt in de sportwereld op hoog niveau al als oud beschouwd, maar zo voelt Kemperman zich beslist niet. ,,Nee, ik denk dat ik mijn ouders mag bedanken voor een sterk gestel. Eerlijk gezegd doe ik er niet heel veel meer voor naast onze teamtrainingen. In de vakantie of in een vrij weekend wil ik nog wel eens naar de sportschool gaan of zo. Verder probeer ik kleine dingetjes nog mee te pakken zoals de fiets pakken in plaats van de auto. Of de trap pakken in plaats van de lift. Ik werk immers ‘gewoon’ op kantoor, dus heb een zittend beroep. Vind het wel mooi om te zien dat teamgenoten die er wel meer tijd voor hebben, er daadwerkelijk werk van maken om sterker/fitter te worden en het werpt zijn vruchten ook af. Ik speel heel regelmatig tegen gasten die mijn zoon hadden kunnen zijn. Overigens zit één van mijn drie kinderen ook op volleybal sinds kort, toevallig samen in één team met de dochter van Paul de Vries (ex-Lycurgus) en de dochter van Xander Arling (ex-Lycurgus).”

Sander Kemperman is op zijn veertigste nog steeds erg gedreven, hij was zeer teleurgesteld toen het afgelopen seizoen abrupt werd afgebroken. ,,We begonnen met een nieuwe coach en een paar nieuwe spelers. Dat was in het begin even wennen en ondanks een stroeve start en een hele krappe selectie wonnen we toch van de laatste elf wedstrijden er tien. Je zag het vertrouwen van week tot week groeien en het spel steeds beter worden. In dat opzicht kwam de stop voor ons heel ongelegen. Ik had, net als al mijn teamgenoten, het seizoen graag uitgespeeld en kijken waar het schip gestrand zou zijn. Ik had wel zin in de laatste sprint van zeven wedstrijden. Bovendien vind ik het fijn naast m’n werk even lekker te sporten.”

Olhaco werd derde in de eerste divisie A en mocht daardoor promoveren naar de Topdivisie. De hoogte- en dieptepunten vindt Kemperman niet moeilijk op te noemen. ,,Het hoogtepunt was de thuiswedstrijd tegen Sudosa Assen. Mooie ambiance, volle bak, spannende wedstrijd en een goed niveau. Het dieptepunt is ook makkelijk, want dat was de uitwedstrijd tegen datzelfde Sudosa. Wat een drama was dat.”

De beslissing de competitie te beëindigen begrijpt hij maar al te goed. ,,Tsja, weinig keus. Sowieso een voor de hand liggend besluit van de Nevobo. Kon ook niet anders vind ik. Een ieders gezondheid is natuurlijk vele malen belangrijker dat tegen een balletje aan tikken.” De man met kruit in zijn handen was blij verrast met het besluit van de Nevobo een extra Topdivisie te vormen, zodat Olhaco mocht promoveren. ,,Eerlijk gezegd had ik alles prima gevonden. De huidige stand was sowieso ‘niet eerlijk’, omdat we geen gelijk aantal wedstrijden gespeeld hadden en de programma’s er natuurlijk per team anders uit zagen. Het afgelopen seizoen overspelen had ik logisch gevonden, maar ik ben natuurlijk heel blij met promotie naar de Topdivisie.”

De onvermoeibare volleyballer begon op achtjarige leeftijd met volleybal. ,,Ik ben redelijk ‘laat’ begonnen. Tot mijn 17e heb ik bij Reflex Duiven gespeeld. Daarna bij Donitas H3, H2, H1. Kampioen geworden met Donitas H1, maar net niet gepromoveerd naar de Eredivisie. Ik ben toch Eredivisie gaan spelen bij Sudosa. Dat heb ik een jaartje gedaan met mensen als Marcel Birza, Olaf Buiten, Marcel Datthijn, Roald v/d Riet, Arno Veenstra, Paul de Vries en Mark Prins e.a. We zijn gedegradeerd, maar wegens faillissement ben ik naar Lycurgus gegaan waar ik vanaf 2003 t/m 2008 in de Eredivisie heb gespeeld. We hebben mooie potjes gespeeld. Bij Sudosa was dat ongetwijfeld de 3-1 winst op (destijds) het sterrenteam van Dynamo met coach Toon Gerbrands. Volgens mij was dat zelfs de enige ‘driepunter’ dat hele seizoen. Bij Lycurgus hebben we een keer de Final 4 van de beker gehaald die toen werd gespeeld in het Topsportcentrum naast De Kuip. Dat was zeker een mooie ervaring. Ook werd het in de jaren steeds professioneler. In mijn laatste jaar werden we vierde en werd er in het daaropvolgende seizoen Europees gespeeld. Dat heb ik dus allemaal niet meegemaakt, wel jammer, maar ik heb geen spijt van mijn keuze. Toen we in 2009 naar Hollandscheveld gingen verhuizen heb ik de pijp aan Maarten gegeven. Spelplezier en speeltijd was wel ietsje minder, omdat ik in Richard Fransen een goede concurrent had en ik zag het niet zitten dagelijks op en neer te rijden voor training.” Kemperman heeft nog steeds contact met oud-ploeggenoten van Lycurgus. ,,We hebben ongeveer eens per jaar nog wel eens een Lycurgus reünie met de heren van destijds. Dus, Ron van Steen, Richard Fransen, Ernst Zijlstra, Paul de Vries, Peter Barla, Gerard Smit, Ronald Zoodsma, Arjan Taaij en vast nog wel meer die ik nu vergeet. Ik volg Lycurgus nog wel via Instagram/Facebook, maar ken, op ex-Olhaco-speler Geoffrey van Gent na, niemand meer. Alleen de trainers Arjan Taaij en Gerard Smit ken ik nog.” Na Lycurgus werd Olhaco een logische keuze. ,,Ja, Olhaco was destijds een hele voor de hand liggende keuze. Ik heb nog wel een paar keer met Zwolle meegetraind. Uiteindelijk koos ik voor Olhaco en daar speel ik nog steeds met veel plezier, zolang ik het fysiek kan bolwerken. Ik heb nooit (hele) serieuze blessures gehad overigens, was ik ook niet van plan. Gekscherend zeg ik wel eens tegen teamgenoten dat ik er ‘nog maar een seizoen achteraan plak, omdat ik toch niets anders kan’, maar dat is eigenlijk ook wel zo. Zou niet weten wat ik anders zou moeten doen. Ik heb sowieso wel zin om dit seizoen met een grote groep te beginnen met veel leergierige jongens, ook al zouden sommigen qua leeftijd makkelijk mijn zoon kunnen zijn.”


De veertigjarige Sander Kemperman in actie tijdens het afgelopen seizoen. De fysiek ijzersterke volleyballer gaat met Olhaco opnieuw de Topdivisie in. (foto: Michel Sander Boonstra)

Tekst door Reinier de Boer

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven